Blog

“Voor groene verblijfsruimten kijken we omhoog”

In 2017 woonden er circa 40.000 mensen in Rotterdam Centrum. In 2030 zullen dat er naar verwachting zo’n 60.000 zijn. Om die te huisvesten worden steeds meer lege plekken in het centrum volgebouwd. “Daardoor is er op straatniveau minder ruimte voor groene plekken om te spelen met kinderen en zelf op een bankje te zitten. Om dat tekort op te vangen kijken we omhoog, naar de daken. Daar zijn de mogelijkheden oneindig.”

Arjen Knoester, senior stedenbouwkundige Rotterdam Centrum bij de gemeente, werkt aan een aantrekkelijk toekomstig stadshart. ‘Daarbij is het belangrijk dat je levendigheid beleeft als je op straat loopt en omhoog kijkt én als je vanuit je hoogbouw naar beneden kijkt. Buitenruimten, balkons en dakterrassen zijn daarin een wezenlijke schakel. Die drukken uit dat er mensen wonen in de stad en bieden groene kwaliteit dicht bij huis. Belangrijk, want een stad is niet alleen maar leuk. Het is ook een omgeving waarvan je soms denkt: ietsje minder stenig mag wel.”

Levendigheid

Voor vergroening in het centrum kijkt Arjen naar ongebruikte platte daken van bestaande gebouwen en naar de nieuwe hoogbouwwoningen. Voor de bestaande gebouwen krijgt hij hulp van de Rotterdammers. “Mensen hebben het dak echt ontdekt. Vijf jaar geleden kregen we één keer per maand een aanvraag voor een dakterras. Tegenwoordig zijn dat er wekelijks twee tot drie. Dat is ontzettend leuk en goed. Want het is niet alleen belangrijk dat er meer woningen in de binnenstad komen, maar ook dat die woningen een buitenruimte hebben.”

Ontmoetingsplek

Arjen ziet voor de platte daken in de stad volop mogelijkheden voor collectieve verblijfsruimten. “Heel veel centrumbewoners wonen straks in hoogbouwcomplexen van honderd tot driehonderd woningen. Dan is het best leuk als ze meer delen dan de hal met brievenbussen. Er kunnen op kleinere schaal contacten ontstaan door dat je elkaar tegenkomt op het dak. Vooral voor gezinnen is zo’n ontmoetingsplek bij huis super. En mensen met kinderen willen wij graag hebben in de binnenstad. Want de ervaring leert dat een stad die goed is voor kinderen goed is voor iedereen.”

Dakenlagen

Arjen ziet twee dakenlagen in de stad om te ontwikkelen: de zogenoemde Rotterdamse laag en de rooftoplaag. “De Rotterdamse laag is de bouwlaag van de wederopbouw na de oorlog. Die ligt tussen de twintig en dertig meter, op zes tot tien woonlagen. In de herijking van de Visie op Hoogbouw in 2012 hebben we vastgelegd dat alle hoogbouw in de stad deze Rotterdamse laag moet aanvullen. Daarmee ontstaat een nieuw niveau in de stad, waarop je collectieve groene ruimtes kunt creëren.” De rooftoplaag is het dak van de hoogbouw. “Daar gaan mensen naartoe om boven de drukke stad uit te stijgen en te genieten van het uitzicht. Daarom zijn we heel blij met initiatieven zoals de hoogbouw in de Zalmhaven. Daar is voor de toekomstige bewoners een tof uitzichtpunt op het dak gepland.”

Barrière

De daken een openbare functie geven en voor publiek toegankelijk maken heeft bij Arjen nu geen prioriteit. “Heel eerlijk gezegd, dat je een trap op moet, vinden de meeste mensen op straat al vaak te veel moeite. Mensen blijken alleen omhoog te gaan als er écht wat te doen is. Dus wil je mensen naar de daken krijgen, moet je flink in de bus blazen.”

Bovenstaand artikel komt uit Het Rotterdamse Dakenboek, nieuw gebruik van dak en stad, van de Rotterdamse schrijver en gids Esther Wienese. Het boek is verkrijgbaar via nai010 uitgevers.

meer weten?

Neem contact op