Circulair bouwen. Je leest, hoort en ziet het overal. Je kunt er niet om heen. We willen er ook niet om heen! Maar voor veel mensen is het nog te onbekend en daarom lastig. We volgen de ontwikkelingen op de voet. Tijd om wat vragen te beantwoorden.
Wat is circulair bouwen?
Circulair bouwen is onderdeel van een circulaire economie. En dat is gebaseerd op het natuurlijke systeem; de natuur verhoudt zich op zo’n manier tot elkaar dat er geen afval ontstaat en alles weer tot voedsel voor anderen dient. Zo moeten we als mens ook gaan acteren. We moeten onze grondstoffen optimaal inzetten en hergebruiken. Nu leven we veelal nog in een lineaire economie: we kopen een telefoon, na 2 jaar hebben we er genoeg van, gooien de telefoon weg en kopen een nieuwe. Zo kan het niet langer. De grondstoffen raken op, terwijl we met steeds meer mensen op ons kleine wereldbolletje leven, waar we juist zo zuinig op moeten zijn. Door circulair te bouwen bouw je met wat er al aanwezig is, liefst met een zo klein mogelijke CO2 footprint.
Is dat niet gewoon recyclen?
Nee, recyclen is iets anders. Het past wel in een circulaire economie, maar bij recycling hergebruik je het product na een bewerking. Denk bijvoorbeeld aan oud papier weer tot nieuw papier maken. Voorafgaand aan recyclen zijn nog tal van andere manieren om duurzamer met producten om te gaan, zoals een product repareren of delen er van gebruiken in een ander product. Het ultieme circulair bouwen is iets dat al bestaat in precies dezelfde vorm opnieuw gebruiken. Een voorbeeld: je haalt een pui uit een gebouw dat gesloopt wordt en zet die pui zo weer in een ander gebouw. Je moet er wel rekening mee houden dat je die pui niet helemaal uit China gaat halen, want dat komt de CO2 footprint niet ten goede.
Moet hier met de productie van een product dan al rekening mee gehouden worden?
Exact! Dat is precies waar iedereen nu gelukkig steeds meer over nadenkt. Niet achteraf kijken of en hoe we bepaalde materialen opnieuw kunnen gebruiken, maar er bij de productie al rekening mee houden dat het product later weer gebruikt gaat worden. En het liefst bij die productie zo min mogelijk grondstoffen gebruiken. Hierdoor worden producten vanzelf duurzamer. Door gebruikers voor het gebruik te laten betalen en de producent eigenaar te laten blijven, blijft de grondstof bewaard en de waarde behouden. De producent kan er altijd weer iets mee. Bijkomend voordeel is dat ze door deze eeuwige verantwoordelijkheid voor het product vanzelf de beste producten fabriceren.
Hoe passen de producten van Zoontjens hierin?
Iedereen denkt natuurlijk: betonproducten passen hier niet in. Zoontjens heeft veel meer dan betonproducten en gelukkig is de hele betonindustrie al jaren bewust bezig om dit belangrijke product voor de bouw verder te verduurzamen. Zoontjens gebruikt bij de productie van de tegels en systemen zo veel mogelijk gerecyclede grondstof. Voor de productie van nieuwe tegels gebruiken we betongranulaat. De rubberen tegeldragers zijn gemaakt van gemalen autobanden. En de verstelbare tegeldragers en DNS® systemen ontstaan uit gerecycled plastic. Dat is al een mooi begin. Maar het mooiste is dat de complete systemen voor dakterrassen of parkeerdaken modulair zijn. We kunnen het zó oppakken en ergens anders weer gebruiken!
En zijn hier al voorbeelden van?
Met name met het parkeerdaksysteem hebben we al succesvolle circulaire projecten gedaan. Zo hebben we in België bestaande Pardak®90 tegels ingezet voor een hellingbaan. En voor een groot project in Duitsland hebben tegels na reiniging weer een nieuw leven gekregen in hetzelfde project. En bij de renovatie van het parkeerdak op Shopping Wijnegem in België, zijn zowel isolatie als tegels binnen het project hergebruikt. De tegels die wij op het dak niet hergebruiken, krijgen een nieuw leven op de kwekerij van Greenmakers. Daar worden ze gebruikt als looppaden. Dat is toch geweldig?
Fantastisch! Wat betekent dit voor de toekomst?
De manier van bouwen verandert. Je bouwt met wat er voorradig is en hebt daardoor niet op voorhand alle details. Hierdoor veranderen ook de rollen. De architect moet los kunnen laten, aannemers moeten makkelijk kunnen schakelen en uitvoerders zitten sneller aan tafel. Als we met z’n allen iets langer nadenken, dan kan er heel veel. Als voorbeeld noem ik graag het voorbeeld dat visionair Thomas Rau ook gebruikt over The Apollo 13 met het welbekende “Houston, we’ve got a problem”. Ze móésten het doen met wat ze aan boord hadden en door slim na te denken is dat gelukt. Nog beter is om bij voorbaat al een tweede leven in het product zien. Of zoals Thomas Rau het noemt: niet nadenken, maar vóórdenken. Niet afschrijven, maar opschrijven. Als we op een andere manier met onze beschikbare grondstoffen omgaan kunnen we de wereld blijven doorgeven aan de volgende generaties.”